Verkeersmanagement en MaaS, hoe versterken die elkaar?
Op 4 november vond weer een geslaagde digitale editie van de Vialis-gebruikersdag plaats. Hoewel we allemaal weer snakken naar een fysieke bijeenkomst, blijkt de digitale variant een uitkomst om in deze tijden toch professionals ‘bij elkaar’ te krijgen.
Na een hartelijk welkom en het uitwisselen van de nodige wetenswaardigheden, stonden presentaties van Eric Mink (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), Ronald van Katwijk (Vialis), Michel Mosterd (gemeente Rotterdam), Robin van Haasteren (Scheidt & Bachmann) en Stijn Vernaillen (Stad Antwerpen) op de rol. Tussen de presentaties door was er ruim de gelegenheid om – via de chat – vragen te stellen.
Eric Mink trapte de presentaties af. Met MaaS gaan we van een ego- naar een ecosysteem, stelt hij. Hij lichtte de zeven nationale MaaS-pilots toe en de punten waar deze pilots zich op richten, van reizen tot plannen en betalen. In de MaaS-pilots zijn raamovereenkomsten gesloten met 24 marktpartijen. 5 van de 7 MaaS-pilots zijn na aanbesteding inmiddels gegund. Doel is om de pilots binnen twee jaar daadwerkelijk competitief in de markt te hebben staan, zonder subsidie. Dit moet mogelijk zijn, onder andere door standaardisatie en stappen naar meer efficiëntie. Ook naar de reiziger toe is standaardisatie belangrijk, met als lichtend voorbeeld de OV-chipkaart.
Ronald van Katwijk, Producteigenaar van verkeer.nu voor de onderdelen netwerkmanagement, netwerkregelingen en verkeersinformatie, ziet kansen en uitdagingen voor MaaS: veel potentie, maar complex in realisatie. MaaS maakt dat we de openbare ruimte én de infrastructuur beter kunnen benutten, terwijl de reiziger meer keuze heeft, maar implementatie en realisatie zijn technisch nog uitdagend. Daarnaast ligt er nog een opgave om de reiziger ook zover te krijgen dat hij of zij gebruiker van MaaS-diensten wil worden. Kanttekening bij MaaS-initiatieven is ook dat de effecten van het ontsluiten van latente vraag – reizigers die dankzij MaaS een reis maken, die ze voorheen helemaal niet gemaakt zouden hebben – niet ingecalculeerd kan worden. Ook moeten we nog zien of de Brever-wet ook hier van toepassing is. Toch kan de potentie van MaaS niet onderschat worden. Vialis wil aan MaaS bijdragen als content- en serviceprovider; het leveren van effectieve data en verkeersmanagementdiensten.
Michel Mostert (Rotterdam) besprak de Rotterdamse mobiliteitsaanpak, waar mobiliteit als onderdeel van integraal beleid ingezet wordt. Beleidsprincipes en ontwerpprincipes staan in Rotterdam in het teken van de integrale opgave om de omgeving leefbaarder, inclusiever, groener en bereikbaarder te maken. In Rotterdam komt dan ook alles samen.
Robin van Haasteren ging dieper in op de uitdagingen voor MaaS en Fare Collecting – hoe betaalt de gebruiker, hoe faciliteer je dat en hoe standaardiseer je dat? Hoe breng je de reiziger niet alleen veilig, comfortabel en duurzaam van A naar B, hoe zorg je ervoor dat betalingen voor de gebruiker zo eenvoudig mogelijk zijn? Ook de cruciale rol van het openbaar vervoer als facilitator in het MaaS-netwerk mocht niet onbesproken blijven.
Afsluiter was Stijn Vernaillen uit Antwerpen, die zeker geen bezwaar had tegen de afwezigheid van reistijd. Antwerpen kiest voor een mobiliteitsbenadering waar de burger als eindgebruiker centraal staat. Zo stelt de stad niet alleen een ‘modal shift’ voor, maar ook een ‘mind’ en ‘time’-shift. Antwerpen zet ook in op gedragsverandering: uiteindelijk moet de reiziger (willen) veranderen in gedrag en gedragspatronen om een echte transitie teweeg te brengen. Antwerpen heeft daarvoor een eigen routeplanner-app ontwikkeld, maar dan wel eentje die alle modaliteiten – inclusief lopen – bij elkaar pleegt te brengen.